Nee, deze foto (en de achtergrond) is niet van mijn huis. Dit huis staat aan de Noordenbergstraat in Deventer. Deze foto is ook niet gekozen omdat ik in die stad ben geboren, maar vanwege de schitterende constructie aan de gevel: een hijsbalk met een overkapping. Die hijsbalk gebruikte ik als metafoor voor ecologische draagkracht. Die staat onder grote druk. Mensen consumeren immers meer dan de natuur kan produceren. Dat moet een keer spaak lopen.
Milieu In 2007 schreef ik een kolommetje over draagkrachtvoor mijn collega's en studenten van de Open Universiteit. In 2010 verscheen een uitvoeriger verhaal in mijn boek 'Hoe rekbaar is onze planeet?' Sinds eind 2020 probeer ik te achterhalen waarom overheden nauwelijks in staat blijken om lange termijn beleid te ontwikkelen, bijvoorbeeld voor het inperken van de consumptie door de menselijke samenleving naar een niveau dat past bij de draagkracht van onze planeet. Dat zou een reddingsboei kunnen zijn voor de noodlijdende biodiversiteit en kan de klimaatverandering binnen de perken houden. Het boekhierover 'Het Milieu en de Macht: Waarom wij niet voor morgen zorgen' verscheen op 24 februari 2023.
Internet Er kan nog meer spaak lopen. Rond 1970 had ik voor het eerst een computer nodig als gedragsbiologisch onderzoeker. De computer stond op het rekencentrum van de universiteit. Omstreeks 1975 kwam er ook eentje op ons lab. Ik leerde ermee om te gaan, ook om zelf te programmeren en een paar jaar later kreeg ik een eigen PC. In 1990 waren de universiteiten in Nederland verbonden met het prille internet en in 1995 had ik mijn aansluiting thuis. Je kon er nog niet veel mee. Ja, e-mailen en websites bezoeken waarvan je het internetadres kende. Er waren ook zoekmachines, maar traag, verre van volledig en niet up-to-date en de sociale media bestonden nog niet eens. Sindsdien zijn de ontwikkelingen stormachtig verlopen met AI als (voorlopig?) ‘hoogtepunt’.
Ik heb op allerlei manieren gebruik gemaakt (en enorm geprofiteerd) van het internet, maar begin geleidelijk te beseffen dat de ontwikkelingen uit de hand lopen. Zouden we het internet misschien moeten opdoeken? Alleen die vraag al plaatst ons voor enorme dilemma’s. Moet het? Kan het? Hoe dan? Ik heb (allereerst voor mezelf) geprobeerd om er in een essaywat structuur in aan te brengen.
Johan van Rhijn (1943) is bioloog, geen professioneel historicus, informatietechnicus, politicus of bestuurskundige, maar wel iemand die de zaken graag in een groter verband wil plaatsen en zich daarvoor breed informeert. Hij was zo’n twintig jaar actief als gedragsbiologisch onderzoeker aan de RUG, en ongeveer even lang als cursusauteur en begeleider van studenten bij de Open Universiteit (waar hij in 2007 de eerste docent van het jaar werd). Hij schreef (naast wetenschappelijke publicaties) verscheidene studieboeken, een Engelstalig vogelboek ‘The Ruff’ en zes Nederlandstalige boeken voor een breed publiek.